“Ik ben een oude humanist, en voor mij is de mens een onvervangbare centraliteit en een open grens.”
Jannis Kounellis
De in Griekenland geboren maar sinds 1956 in Italië wonende kunstenaar Jannis Kounellis is al meer dan vijftig jaar een belangrijke figuur in de hedendaagse kunst. De kunstenaar wordt vaak genoemd als een van de voorvaderen van de Arte Povera-beweging – een beweging die ontstond in de jaren 60 en een centrale rol speelde in het herdefiniëren van de artistieke praktijk doorheen radicale en hoogst originele vormen van sculptuur, performance en installatie. Kounellis, beïnvloed door kunstenaars als Alberto Burri, Lucio Fontana, Jackson Pollock en Franz Kline, en dit zowel binnen de context van de Arte Povera en daarbuiten, heeft gedurende zijn carrière de grenzen van de hedendaagse kunst, en in het bijzonder de mogelijkheden van het schilderen, onderzocht en verruimt.
Hoewel de meeste van zijn werken driedimensionaal zijn, samengesteld uit bestaande objecten (soms zelfs levende voorwerpen – paarden, vogels en mensen), heeft Kounellis altijd benadrukt dat hij in de eerste plaats een schilder is. Als student had Kounellis al een eerste solotentoonstelling, getiteld L'alfabeto di Kounellis, in de Galleria la Tartaruga, Rome. De kunstenaar presenteerde er zwart-witte doeken waar cijfers en letters op waren gestencild, die echter weinig blijk van schilderkunstigheid gaven. In 1960 begon Kounellis gevonden sculpturale objecten zoals straatnaamborden in zijn werk te introduceren, en in datzelfde jaar creëerde hij, gekleed in een van zijn schilderijen, een performance in zijn atelier waarin hij letterlijk één werd met zijn schilderij. In het werk, zoals in de vele daaropvolgende werken, behandelde de kunstenaar zowel de realiteit als de frustraties van de hedendaagse samenleving, daarbij simultaan ook primitieve, fundamentele, menselijke waarden in beschouwing nemend. Vanaf de late jaren 1960, werden gevonden voorwerpen – soms fysiek en cultureel tegengesteld aan elkaar – zoals aarde en vuur, jute zakken en goud, in het werk gebruikt. Kounellis ging ook levende dieren gebruiken – zoals in 1969, waar hij op befaamde wijze paarden naar de tentoonstellingsruimte in Galleria l'Attico loodste – daarbij de galerij transformerend in een plek waar het echte leven, het tentoonstellen en de kunst samengebracht werden. Ook mensen gingen deel uitmaken van zijn installaties, op die manier een performatief element in zijn praktijk introducerend. In de eenentwintigste eeuw is Kounellis de wereld blijven ontginnen, op zoek naar nieuwe materiële mogelijkheden die elk hebben bijgedragen aan de rijke geschiedenis van betekenis binnen zijn praktijk. Kounellis heeft belangrijke tentoonstellingen gehad in onder meer het Stedelijk Museum, Amsterdam (1990), het Museum Ludwig, Keulen (1997); de Neue Nationalgalerie, Berlijn (2007), het National Centre for Contemporary Art,, Moskou (2011) en het Today Art Museum, Beijing (2011). Zijn werk maakte deel uit van iconische groepstentoonstellingen zoals ’Op Losse Schroeven’, Stedelijk Museum, Amsterdam (1969), ‘When attitudes become form’, Kunsthalle, Bern (1969) en Documenta 5, Kassel (1972). Kounellis heeft deelgenomen aan zes biënnales van Venetië (1976, 1978, 1980, 1984, 1988 en 1993). Zijn werk werd opgenomen in grote museale collecties, onder meer in het Guggenheim, MOMA en Tate Modern. In de afgelopen jaren heeft de kunstenaar zich toegespitst op het onderzoeken van de architecturale vormentaal, waarbij zijn werken steeds gevoeliger lijken te zijn geworden voor culturele, historische en plaats-specificiteit.
Anna Dickie