Als we ons zorgen maken over de grenzen van het denken, zijn letters een goed uitgangspunt. Marshall McLuhan stelde dat typografie de taal verandert, van een waarnemings- en verkenningsmiddel in een draagbare grondstof. In overeenstemming daarmee zagen supermachten de economische waarde van de uitwisselbaarheid van taal met universele alfabetten. Taal heeft zich op een lineaire en beperkende wijze ontwikkeld, waardoor een kooi rondom de creativiteit ontstond. De 26-29 letters van de westerse mensheid proberen het onuitsprekelijke te portretteren door te gesticuleren naar ideeën, met fictieve geluiden die worden begrensd door een misplaatste, maar onvermijdelijke meeneembaarheid die voortvloeit uit Babylonische verlangens. Ondanks goede bedoelingen en ondanks hun noodzaak is het conceptuele geluid van het denken begrensd, vastgebonden en gekneveld in een pornografische onderwerping die het tegendeel van bewustzijnsverruiming is. Woorden tekortkomen is geen persoonlijke ervaring, maar een soortgebonden probleem van eigen makelij.
Het verklaart de behoefte van Chris Succo om naar transcendentie te streven. Hij probeert niet tussen de regels door te lezen, maar stijgt op naar een vlak waar regels ophouden te bestaan. Zoals veel musicerende kunstenaars zoekt Succo naar een hendrixiaanse elektronische kerk door actief bij te dragen aan de informele coöperatie van musici die verkennende muziek spelen in niet-traditionele omgevingen. Het pausdom van Succo bestaat uit zijn gitaar, penseel, drukzeef en camera. In de traditionele modi van 12 noten (C, D, E, F, G, A en B) blijven we beperkt in ons voorstellingsvermogen. Dus bij het creëren van nieuwe bladmuziek met geabstraheerde olieverf- of drukkunst zijn de geluiden van Succo niet gebonden aan letters of tonen. In plaats daarvan mag de toeschouwer de muziek componeren, vrij om af te wijken van het orkest in het eigen cerebrumkoor van Succo.
Wat de dichotomie van zijn praktijk betreft, probeert Succo de visuele en vibrerende golftoestanden van de hersenen met elkaar te verzoenen. Beeld en geluid, respectievelijk vertegenwoordigd door figuratie en abstractie, vloeien samen als een doordachte riviermonding. Sprekend met de kunstenaar blijkt deze omzetting van licht en duisternis (onschuld en kwaadaardigheid) een religieuze praktijk te zijn. Licht in zijn verschillende vormen – helder, gekleurd, stralend, gloeiend, schijnend en zelfs verblindend – heeft een centrale rol gespeeld in de geschiedenis van het jodendom, het christendom, de islam, het manicheïsme en de neoplatoonse mystiek, evenals in de boeddhistische en hindoeïstische esoterische tradities, om alleen de best bestudeerde te noemen. En bij Succo dienen de schilderijen en zeefdrukken als plekken van eerbied en contemplatie, maar de religieuze beleving van zijn werk is de poreuze grens met het rivaliserende visuele vocabulaire. Te midden van deze twee praktijken staan, dat is precies de ervaring die hij onder de aandacht wil brengen. De toeschouwer moet geen kant kiezen, maar in plaats daarvan aarzelen tussen die twee, zoals mensen doen terwijl ze de taak van het leven vervullen.
Simpel gezegd wil Chris Succo dat u zonder oordeel wegsmelt via zijn werk.
Dat u deze wereld verlaat.
En uzelf toestaat een wereld te vinden die voor het eerst écht klinkt, zonder de grenzen die onze voorouders hebben getrokken.
- Alexis Schwartz, writer and critic