Almine Rech Gallery heeft het genoegen om voor de achste keer een tentoonstelling van Matthieu Ronsse te presenteren.
Net voorbij de met kasseien aangelegde, negentig meter hoge klim van de Taaienberg werkt Matthieu Ronsse in een voormalig café dat hij doorheen de jaren transformeerde tot atelier en woonst. De haan krijst er voor dag en dauw de hele straat wakker waarna de gebruikelijke burenruzies mompelend op gang komen en de weergoden de stemming bepalen. De kunstenaar neemt het bovenste boek van de stapel en bladert. Bijna dagelijks krijgt hij bezoekers over de vloer die zijn ezel naast de caravan in het gras zien staan en moeten vaststellen dat het toilet geen deur heeft. Het gebouwtje aan de Poesthem in het heuvelachtige Oost-Vlaamse dorp Etikhove is het podium voor talrijke omstandigheden, ontmoetingen en gebeurtenissen die Ronsse dankbaar vastlegt in zijn schilderijen.
Het werk van Matthieu Ronsse balanceert op een spanningsboog tussen constructie en destructie. Hij creëert de aanzet tot een beeld, gaat het vervolgens geheel of gedeeltelijk bedekken, openscheuren, overplakken of totaal vernietigen om het daarna te herkauwen en uiteindelijk te herontdekken in nieuwe verbindingen. Laag op laag gaat hij de doeken te lijf met olieverf waardoor gaandeweg een korst wordt gevormd, een gestolde eruptie van details, fragmenten en ideeën. De personages die opduiken in zijn werk zijn steeds beeltenissen van mensen uit de omgeving van de kunstenaar zelf. De karakterkoppen bezitten elk een eigen dynamiek en typerende fysieke trekken, soms met bijhorende attributen, geplaatst in een onbepaalde maar steeds intrigerende architecturale of landschappelijke context.
Ronsse laat zich niet in met al te bewuste vormelijke of conceptuele conventies binnen het eigen oeuvre, hoewel de eeuwenoude traditie van de schilderkunst steeds onderhuids aanwezig is. Het is als een soort Trojaans paard dat, hoewel het ontzaglijke proporties heeft aangenomen, zich toch geruisloos binnen de stadsmuren weet te begeven. De kunsthistorische referenties fungeren eerder als toevallige motieven binnen zijn werk dan als bewuste, formalistische citaten: de uit het duister opdoemende karakterkoppen van Rembrandt, de reeksmatige indrukken van de Mont Sainte-Victoire door Cézanne, de vlezige naakten van Freud, de monumentale paarden van Velázquez - Ronsse probeert ze uit, proeft ervan, vermengt ze in Napelsgeel of “daklozenbruin”.
De schilderijen zijn het product van de procesmatige, uitdrukkelijk fysieke actie van het schilderen zelf. Ze zijn niet altijd op een raamwerk gespannen maar worden vaak ook als losse stukken aan de muur vastgenageld of vormen in combinatie met allerlei objecten een installatie die de volledige tentoonstellingsruimte inpalmt. De eclectische, driftige kakofonie die ontstaat is een complex spel van lagen en associaties, en komt tot volle wasdom in een totaalinstallatie, meestal in situ geconcipieerd, waarin echo’s naar het atelier van de kunstenaar heel sterk voelbaar zijn.
In deze tentoonstelling combineert Ronsse opnieuw verschillende verhaallijnen uit zijn intieme privésfeer met objecten die hij vindt en verzamelt, verhalen die hij hoort of leest - situaties, personen en voorwerpen die op een eerder banale manier op zijn pad komen. De werken ontstaan in reeksen, op een vrije, intuïtieve manier, bijna als een tombola. Ze vormen de schakels van dit tijdelijke, nomadische atelier in de galerieruimte. Het is een momentopname in het steeds groeiende en muterende oeuvre van Ronsse die de kijker verleidt in zijn universum binnen te stappen, een wereld gevoed door een collectief onderbewustzijn.
Alsof de Olympische goden ermee gemoeid zijn, openbaren de zaken zich hier als een absurdistische keten van willekeur, toeval en kans. Het is een spel van alles of niets: de croupier werpt de dobbelstenen die om elkaar heen dansen en rollen tot ze blijven liggen en totaal ongewild de uitkomst bepalen. Rien ne va plus. Het is zoals het dagelijks verloop in een casino: jarenlang duiken hier mensen vol hoop op om vervolgens in ontgoocheling terug af te druipen. De ene dag is Ronsses schilderij het portret van een kennis, de volgende dag weer dat van de blinde kip uit de tuin die toch eieren legt.
- Mélanie Deboutte
Deze tentoonstelling is een eerbetoon aan Tanguy Eeckhout (1980 - 2018).