Berlijn, een man met geniepige ogen, training broek en toch een hemd, kraag rechtop,
meesmuiltje, de hoeken van zijn mond in een ingehouden lachkramp. Gezellig was het wel.
N week in dit gezelschap met gulden scharen.
een extra pluspunt laat nooit lang op zich wachten, een lichte domper erna zorgt voor een krop in de keel. Dan de gedachte dat angst dient getempt te worden.
Met een ruige zweep en wat kleur... zoals een brouwer me toevertrouwde.
Een luide haha jaagt de demonen in de gordijnen.
Ik hou die kerel in de gaten... hij voed mij, en ik praat de dode momenten dicht.
Wat doe ik hier anders.
N fijne gast.
N karkas van een huisdier in een plastiek zak netjes gegarneerd met goud op het zadel van een fitnesstoestel van een hedonistische grijsaard wiens wens te vermageren veroudert met het roest. Op het stuur n beertje.
Een prijsbeest van een balspelletje in de garage van de barones.
En dan nog een slok bier.
Niet zo’n goed bier... slecht zelfs, want de goede sparen we voor vrienden en familie.
En wij verbroederen met de weerspannige vreemdelingen.
Vergiftig door hetzelfde goedje zwanzen we de nacht naar de morgen.